Headline

< terug
Door Therese Visser ’t Hooft

Terugblikkend naar een tijd dat niemand nog van COVID-19 gehoord had, zat ik met mijn dispuut een keer in een zonovergoten Spaans dorpje. Na een lange siësta besloot ik wat stille tijd te houden op een mooi plekje in de zon. Na een tijdje wat lezen en bidden kwam in mij de volgende gefrustreerde vraag naar God omhoog: ‘Heer, ik zou het verschrikkelijk vinden als ik woorden aanneem, denkende dat ze van U zijn, terwijl dat helemaal niet zo is! Hoe weet ik zeker dat U spreekt en niet ik of iemand anders?’.

God antwoordde, ironisch genoeg, dat het niet zo zwart-wit is. Het is niet alsof er een ontzettend duidelijke scheidingslijn is van wanneer wij spreken en waar Hij begint; God is altijd de God geweest die allereerst eenheid verlangt. Niet scheiding, het ver in de wolken je verhalen aanhoren, maar eenwording en relatie: zichtbaar in het bebloede kruis op Golgotha. Ik moest het voor me zien als twee verstrengelde handen: Naarmate we groeien in en met Hem zullen natuurlijkerwijs onze gedachten ook steeds meer samenvloeien met zijn gedachten.


Zo zwart-wit is gebed dus niet. 

Doorspoelend naar de huidige situatie, woon ik intern voor mijn co-schappen in het momenteel niet zo zonovergoten oosten. Hoewel ik nog steeds bizar veel van gebed houd, loop ik deze periode vaak tegen mijn eigen moeheid en drukte -een klassieker- aan. Ik zou willen dat mijn gebeden altijd vurig en vol vertrouwen waren, maar soms komt er niet veel meer uit dan ‘Vader, help!’.
En eigenlijk is dat alleen maar goed. Soms heb ik namelijk het idee dat we in onze gebeden vooral die dingen willen zeggen die we denken dat God fijn vindt om te horen, in plaats van dat we werkelijk de dingen bij Hem brengen die écht spelen: het rauwe, eerlijke en soms wat minder gelikte verhaal. En al helemaal spannend is dan om simpelweg de vraag terug te stellen: ‘Wat denkt U Heer?’. 

Wanneer we ons gebed zwart-wit en met het halve verhaal begrenzen, begrijpen we toch nog maar weinig van de basale betekenis van gebed: Simpelweg communicatie tussen God en mens. 

Net zoals je met verschillende vrienden en familieleden andere vormen van communicatie hanteert -het biertje in het park, bellen met je ouders, de wandeling met je dispuutgenoten- kent je communicatie met God ook vele en geheel unieke vormen. Als gebed namelijk simpelweg het contact tussen jou en God is, kan ineens alles gebed worden. 

En hoewel ik vele bizarre en hilarische verhalen zou kunnen vertellen over hoe immens krachtig gebed -maar vooral de God erachter- is, staat of valt alles nou juist bij dat simpele gesprek met God waar de lijnen van jou en Hem enigszins vervagen en je eigen heilige huisjes ook. 

Want wanneer wij in gesprek, in gelach, in stilte, in verdriet, in pijn, in contact zijn met de Schepper van hemel en aarde, hoeveel kan je gebed dan niet alleen jou, maar ook de wereld veranderen?

Want zo zwart-wit is gebed nog niet.