< terug

Ik weet niet wat precies waar Harmen van Wijnen op dit moment mee bezig is, maar zelf zit ik al zowat een half jaar af en aan op zijn onderzoek te kauwen. Zijn werk zit vol met mooie inzichten, vaak van het soort die je eigenlijk wel wist, maar waarvan het goed is dat ze nu eens zwart op wit staan.

De kloof tussen kerk en wereld kenden we bijvoorbeeld al lang, sinds de EO ruim 20 jaar geleden de noodklok luidde. Dat de jeugdwerker geacht wordt namens de kerk jongeren ‘erbij te houden’ is een verantwoordelijkheid die de meeste jeugdwerkers elke dag van hun lange werkweek voelen. En natuurlijk merken we ook wel dat dit steeds minder goed met georganiseerde activiteiten lukt, dat we jongeren (buiten een vaste kern) daar steeds minder mee bereiken.

Kleine groepen

Van Wijnen legt de nadruk op de informele kleine groepen die jongeren in hun dagelijks leven zelf al vormen. Hij noemt ze ‘tribes’. Die kleine groepen zijn een schakel tussen het privéleven van de jongere en de wereld van politiek, economie en instituten.

De kleine groepen die een kerk in het jeugdwerk vormt zijn vaak kunstmatig. Het instituut ‘Kerk’ steekt zijn hand uit richting jongeren, maar het is een hand die geïsoleerd is van hun dagelijks leven.

Jeugdwerk moet meer naar een benadering waarin het dagelijks leven en de sociale omgeving van jongeren wordt meegenomen. Jeugdwerkers en kerken moeten de informele groepen waar hun jongeren inzitten leren kennen en ze steunen. De Kerk kan de informele leiders die binnen zo’n groep onvermijdelijk opkomen aanmoedigen en opbouwen. Bovenal moet de Kerk beseffen dat het evangelie, Jezus, de Geest, zelf de Bron is waar gemeenschappen uit ontstaan en niet de Kerk.

Van Wijnen vertelt ons dat jongeren behoefte hebben aan meer rauwe, complexe, diepe realiteit en niet het afgesloten laboratorium dat jeugdwerk soms is. Jeugdwerk moet gegrond worden in persoonlijke ervaring en geloofsbeleving, waar het verhaal waar jongeren in leven gelinkt wordt aan het verhaal van God.
 

Dagelijks leven

Maar hoe dan? Dat is iets waar we bij LEF al sinds we nog Captains Club heetten op kauwen. Hoe kan een jeugdleider echt verschil maken in het leven van jongeren?

Wij geloven dat jeugdwerkers en jeugdleiders in de kloof tussen kerk en jongeren kunnen staan. Maar niet door harder te werken en meer activiteiten te organiseren. De enige manier waarop jeugdwerk weer impact kan hebben op jongeren is als het persoonlijk wordt. Als er oog mag zijn voor de complexe, diepe realiteit van het dagelijks leven.

Hoe dan? Door jeugdleiders die persoonlijk worden. Die ervoor durven kiezen hun hart te laten zien en een aantal jongeren toe te laten in hun leven om in het klein diep te gaan. Om open en transparant de mooie en minder mooie kanten open te leggen. Hun eigen geloofsverhaal te onderzoeken en te laten zien. En bovenal: om die jongeren op te roepen hetzelfde te doen. Te bouwen aan een nieuwe generatie. En dan gaat ons hart sneller kloppen.


Hart, huis en leven

De enige manier om inzicht te krijgen in het leven en de vriendengroepen van jongeren is door met ze op de bank te zitten, te praten, de Bijbel te lezen, een biertje of cola te drinken. De enige manier om informele leiders uit die groepen op te bouwen en te ondersteunen is door je hart, je huis en je leven open te stellen en ze te laten zien hoe je dat doet: leven met Jezus en daar anderen in meenemen.

Natuurlijk lees ik het onderzoek met mijn LEF-bril op en vallen daardoor bepaalde elementen extra sterk op. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de aanbevelingen en conclusies uit het onderzoek wijzen op een stap verder dan dat we proberen in bestaande activiteiten en structuren vorm te geven aan wat we dan ‘relatiegericht jeugdwerk’ noemen.

Het vraagt om investeren in de enkeling. Om het leven delen als startpunt voor een beweging van leven-delers. Het vraagt om een stap terug om in het klein de diepte in te gaan. Het vraagt om een jeugdwerk met zeker een plek voor mooie, inspirerende, krachtige activiteiten, maar met diepgang die vooral ontstaat door jeugdleiders die hun hart durven laten te zien.



Deze blog is geschreven door Matthijs den Dekker. Matthijs doet bij LEF de communicatie en PR. Daarnaast is hij schrijver en blogt hij wekelijks op zijn eigen site matthijsdendekker.nl over God en geloof. Naast schrijven houdt hij van lezen, films, geocaching en goed eten (maken).

(Fotocredit: Brittney Burnett)