< terug

Confrontatie is nodig voor gezonde groei, schreven we eerder. Je houdt iemand een spiegel voor: zie je wat er gebeurt? Confronteren heeft te maken met het benoemen van verschillen: tussen woorden en daden, je eigen visie en die van een ander, wensen en realiteit. Negatieve verschillen (‘je wilt veel, maar doet niets’) of positieve verschillen (‘je beseft niet half hoe waardevol je bent’).

Bij het helder krijgen van wat confronteren wel en niet is, kan het volgende schema behulpzaam zijn (afkomstig uit dit boek). Het is oorspronkelijk bedoeld om verschillende conflictstijlen te benoemen, maar het zegt ook iets over op welke manier je mensen kunt benaderen als het gaat om confronteren.  



Het schema heeft twee assen: op de verticale as vind je de ‘zorg voor jezelf’ en op de horizontale de ‘zorg voor de ander’ of ook wel genoemd de ‘zorg voor de relatie’. Daarmee hebben we vier mogelijkheden:

  1. Vermijden
    “Ik ben het eigenlijk niet met je eens, maar ach, laat maar…"
    Als je vermijdt, zorg je slecht voor de ander en voor jezelf. Je vermijdt tegenstellingen en conflicten, gaat de confrontatie niet aan. Dit komt vaak voort uit angst of onverschilligheid. Je loopt geen risico, maar bereikt ook niets, zeker geen diepgaande relaties waarin sprake is van wezenlijk contact en groei.
  2. Toegeven
    “Oké dan, we doen het op jouw manier.”
    Met weinig zorg voor jezelf en veel voor de ander, kom je uit bij toegeven. Ook hier ga je de confrontatie niet aan, ditmaal omdat je het gedrag van de ander altijd wel kunt begrijpen en/of rechtvaardigen. Je hebt de neiging jezelf en je eigen belangen weg te cijferen om de goede sfeer te behouden. Vaak komt dit voort uit een behoefte aan harmonie en om erbij te horen.
  3. Forceren
    “We gaan het zo doen en als je het er niet mee eens bent, dan blijf je maar thuis…”
    Dit is een positie die hoog scoort op zorg voor jezelf en laag op zorg voor de ander. Je vindt het belangrijk je eigen doelen en belangen na te streven, ook al gaat dat ten koste van de ander of de relatie. Een conflict gaat over winnen of verliezen en je ziet de verschillende belangen als tegenstrijdig. Je bent overtuigd van je eigen gelijk en legt snel de schuld bij een ander.
  4. Confronteren
    “Oké, laten we eens goed kijken wat hier aan de hand is: ik hoor je dit zeggen en ik zie dat je dat doen. Vertel…”
    Hier kom je uit wanneer je zowel je eigen belang nastreeft als de relatie goed wilt houden. Je gaat uit van een win-winsituatie en hebt de overtuiging dat een confrontatie kan leiden tot groei. Daarvoor is het soms nodig de confrontatie aan te gaan en de ander uit zijn ‘comfortzone’ te halen, omdat men vaak pas de noodzaak tot verandering voelt wanneer er sprake is van een crisis, groot of klein. Je voelt je in deze positie zeker genoeg van wat jij te zeggen hebt, maar weet ook van wederzijdse afhankelijkheid. Je wilt je eigen standpunt en dat van de ander boven tafel krijgen en daarmee verder komen. 
Een van de kernideeën van LEF draait om genade en waarheid, uitnodiging en uitdaging. Op een goede manier jongeren of je jeugdgroep confronteren is dan ook een praktische uitwerking van wat Paulus zegt in Efeze 4:15: “Laten we de waarheid spreken in liefde.”

Ga daarbij altijd uit van de bereidheid van anderen om samen te werken en te groeien. Benader de ander met respect. Leg je toe op eerst begrijpen en dan pas begrepen worden. Die keuze is een onmisbaar aspect van liefdevol confronteren.

Bij het zien van het schema heb je waarschijnlijk al meteen een beeld van waar jij staat. Ben je conflictmijdend of ben je iemand die forceert of toegeeft? Het schema geeft je meteen inzicht in wat jij nodig hebt: meer oog voor jezelf of meer oog voor de ander. Wat is jouw aandachtspunt?

Deze blog is onderdeel van een drieluik over confronteren. Deel 1 over het waarom, deel 2 over confrontatiestijlen en deel 3 met praktische tips.

(Fotocredit: CloudVisual)