In eerdere blogs las je wanneer confronteren nodig is en wat een win-winsituatie geeft. Deze blog geeft 5 richtlijnen die je kunt hanteren bij het confronteren.
1. 3 x is bingo!
Valt je iets op bij een persoon of een groep? Onthoud dan deze regel: 1 x is opmerkelijk, 2 x is verdacht en 3 x is bingo! Als je hetzelfde gedrag 3 x ziet, is er sprake van een patroon en is dat het moment om de confrontatie aan te gaan.Zo was ik een keer te gast bij een jeugdgroep. Ze gingen in kleine groepjes een opdracht van een half uur maken en die vervolgens aan de grote groep presenteren. Maar wat een afdwalers! Ze waren niet bij het onderwerp te houden. Toen dat voor de derde keer gebeurde, heb ik de boel stil gelegd en gezegd: “jongens, weet je wat mij opvalt? Jullie verzanden voortdurend in details! Wat gebeurt er en wat kunnen we eraan doen?”
2. Jij bent het instrument: wees je bewust van je eigen reactie.
Heb je weleens gemerkt dat je, in gesprek met een jongere, zelf allerlei dingen kunt ervaren? Je merkt bijvoorbeeld irritatie bij jezelf, omdat iemand geen rechtstreekse antwoorden geeft, maar ergens omheen draait. Iemand kan je energie geven of je bent juist kapot of verward na een gesprek.Dikke kans dat jouw reactie veel zegt over de ander (en natuurlijk ook jezelf, dus probeer dat eruit te filteren…) Wanneer je benoemt wat er met jou gebeurt, kun je de ander echt een spiegel voorhouden. Zo kom je vaak bij wezenlijke groeipunten, waar iemand zich soms nog niet van bewust was. Je gebruikt dan het hier-en-nu om te confronteren en dit is vaak heel krachtig.
3. Hou je bij de feiten
Superbelangrijk bij een confrontatie is dat je start bij de feiten. Beschrijf zo specifiek mogelijk het gedrag dat je waarneemt én dat de ander kan veranderen. Plak geen labels, interpreteer of beoordeel het gedrag niet, maar benoem wat je feitelijk ziet, hoort, opmerkt. Over feiten valt niet te twisten, over jouw interpretatie wel. Zeg dus niet: jij bent ongeïnteresseerd, maar: je hebt vanavond drie keer je mobiel gepakt tijdens het groepsgesprek.4. Vertel wat iets met jou doet
Vertel de ander wat dit met jou doet, welke gevoelens of reactie het bij jou oproept. Daarbij ga je dus uit van jouzelf in plaats van de ander iets te verwijten of ergens van te beschuldigen. Hierbij geef je een ik-boodschap, geen jij-boodschap. Zeg dus niet: jij houdt helemaal geen rekening met ons. Maar: je bent de afgelopen drie avonden te laat gekomen (feit) en ik voel me daardoor niet serieus genomen en daar heb ik last van (jouw reactie). Vraag de ander vervolgens of hij dit herkent en ga in gesprek.5. Geef aan wat je van iemand zou willen
Vertel de ander (uiteindelijk) hoe je zou willen dat zijn gedrag verandert. Lange tijd wist ik niet precies wanneer zo’n gesprek dan weer ‘klaar’ was... Tot ik ontdekte dat het afgerond is op het moment dat je samen tot heldere afspraken kunt komen over hoe je in het vervolg verder gaat. En daarin is het belangrijk dat je aangeeft dat je wilt dat iemand voortaan op tijd is of dat je samen tot de conclusie komt dat tijdens een groepsgesprek de mobieltjes uit het zicht blijven, maar tijdens de pauze wel mogen bijvoorbeeld….Spreken - bespreken - afspreken - aanspreken
Als je besluit je mond ergens over open te trekken (spreken), dan kun je het vervolgens gaan bespreken. Als je dan samen iets kunt afspreken waar je allebei achter staat, kun je elkaar ook weer in alle oprechtheid aanspreken op elkaar gedrag.Deze vijf richtlijnen hebben mij geholpen om in allerlei relaties in mijn leven de confrontatie aan te gaan. Met jongeren, collega’s, maar ook met mijn kinderen en partner. Niet makkelijk, maar nodig om je grenzen aan te geven en samen het beste te halen uit de onderlinge relatie.
Welke richtlijn blijft bij jou het meest ‘haken’? We zijn benieuwd wat er gebeurt als je hiermee gaat oefenen!
Deze blog is onderdeel van een drieluik over confronteren. Deel 1 over het waarom, deel 2 over confrontatiestijlen en deel 3 met praktische tips.
Deze blog is geschreven door Tineke Wuister. Tineke werkt bij LEF als Teamleider Coaching. Ze is toegepast psycholoog en heeft 15 jaar ervaring in het jongerenwerk. Ze is getrouwd met Sander en samen hebben ze drie zoons.
(Fotocredit: Tim Stief)