Headline

< terug

‘Tot mijn vierde jaar wilde ik niets van God weten. Maar toen ik vier was dacht ik, ik wil, samen met papa, de Here Jezus wel in mijn hart vragen. En zo deed ik het. Ik kan me het niet heel goed herinneren, maar weet wel dat ik een echt Gods besef had. Dat God er was en ik gesprekjes met Hem had. Als ik daar nu op terugkijk dan besef ik wat een groot geschenk het was dat ik toen al zo’n besef had van een groots Iemand waarmee ik in relatie kon zijn.’
 
Lies op’t Land komt uit een echt Navigatorgezin. Haar ouders waren tot geloof gekomen bij Navigators en stelden hun boerderij open voor jongeren om zo hun leven met hen te delen. ‘Ik maakte dat allemaal mee op onze boerderij. Maar op mijn zestiende ben ik gaan onderzoeken wat ik nu zelf geloof, want mijn geloof was ingebed in de context die mijn ouders mij gaven. Ik besefte dat mijn denken al zo vervuld was met het besef van God dat ik niet zonder kon. Waar of niet waar was helemaal niet aan de orde, Hij was er gewoon. En met Hem wilde ik in relatie zijn. Samen met mijn moeder heb ik in een gebed uitgesproken dat ik Hem wilde volgen in mijn leven. In die tijd ontdekte ik dat ik zelf ook een verantwoordelijkheid heb in deze relatie. Mijn vertrouwen groeide doordat ik mij liet kennen en ook kon ontvangen van God.’
 
Lies is kunstenaar, maar het heeft even geduurd voordat ze ontdekte dat ze daarvoor was gemaakt. ‘Na de landbouwschool, mijn studie communicatie en mijn werk in een slagerij liep ik nog niet zo warm voor kunst. Ik deed wel een schildercursus maar meer als hobby. Mijn huisgenoot ging verhuizen en daardoor zocht ik een ander huis en het was niet mijn droom om mijn hele leven in een slagerij te werken. Iemand zei tegen mij, jij moet een DTS gaan doen. Ik was daar niet zo zeker van maar in de metro zei ik tegen God: ‘Heer U moet hierover spreken, ik weet het niet en ik durf het niet. Ik ga het ook niet doen, maar als U spreekt ga ik wel.’ Meteen kwam er zo’n heldere gedachte dat ik verbaasd was dat niemand anders dit hoorde: ‘Lies, het zal zijn als thuiskomen’. Dus ik ging. Ik vertrok naar Canada, naar een kunst DTS. Je kon daar dansen, muziek maken en schilderen. Ik koos voor het laatste.’
 
‘Het gekke was dat het mij er niet eens om ging of ik talent had of dat ik goed was. Ik ontdekte daar dezelfde soort mensen als ik en dat het zo heerlijk was om te creëren. Natuurlijk was het goed om positieve reacties te krijgen op je werk, maar de herkenning op die plek was zo fijn. Uiteraard wil je je vaardigheden ontwikkelen en steeds beter worden. Maar voor mij gaat kunst over wat je wil vertellen en sluit de vorm die je kiest daarbij aan. Soms begin ik bij het materiaal en dan gaandeweg zie ik een beeld ontstaan en dat wil ik dan zo mooi mogelijk maken. Soms is het een idee een gedachte of een gevoel. Ik heb bijvoorbeeld een schilderij gemaakt over hoe God mijn angst omgevormd had in vertrouwen. Dan denk ik na over hoe angst eruit ziet. Ik koos voor rood en dan handen tegen het raam, dat is wel een angstig beeld. Vervolgens maakte ik daar allemaal schetsjes van en toen dacht ik, nee het is zwart en daar deed ik wat zilver over en toen was het opeens een nacht. Dat was het. Het is donker en God komt daarin en er ontstaat een schoonheid. Vervolgens bouwde ik dat enthousiast uit, maar dat werd weer ‘te’. Ik moest het rustiger maken en gaan zitten en ontvangen wat God geeft en zo ontstond het schilderij: ‘The night belongs to You.’


Maar het kan ook dat ik ga werken met kleuren op een doek en ik zoek naar wat mooi is en zo ontstaat dan een gedachte waar een beeld bij komt. In het schilderij ‘heaven values’ heb ik een ontdekking van de laatste jaren verwerkt. Soms denk je dat alleen bepaalde beroepen of werkvelden, zoals dominee of zendeling, van waarde zijn in Gods koninkrijk. Maar ik geloof dat elk werkveld van waarde is en dat we daarover waardering naar elkaar moeten uitspreken, zodat Gods koninkrijk daarin ook doorbreekt. Gods Koninkrijk kan zich in elk werkveld openbaren.’
 
‘God is mijn anker. Het is zo vervullend voor mij om met Hem om te gaan, zo overvloedig vol en ook zo verscherpend in mijn denken. Kunst maken is iets geestelijks. Aan de ene kant weerspiegel je iets van God en het maken in zichzelf ligt al zo dicht bij Gods hart. Kunstenaars, maar ook filosofen en theologen kunnen een cultuur verbeelden en verwoorden. Daarnaast kunnen ze de richting van een cultuur beïnvloeden en misschien zelfs bepalen. Een aantal decennia voor de tweede wereldoorlog dachten verschillende theologen en filosofen na over de waarde van mensen en hoe hun uiterlijk en herkomst hierop van invloed is. Dat vertaalde zich in hun kunst
Hoe gaan wij als christenkunstenaars daar stem in hebben en het verhaal van hoop en verbinding, van liefhebben en omzien vertellen. Het verhaal van God zodat mensen weten over de rijkdom die beschikbaar is. Dat is belangrijk. We moeten onze kunstenaars voeden en dat is zo simpel als een schilderij kopen, zodat zij door kunnen gaan om dit verhaal in hun kunst te verwerken.’
 
Interview: Marieke Boersma-Lensen
Fotografie: @mirjamvanklaarbergenphotography